Sterven in de levenseindekliniek?


Zoals betoogd in de uitzending van Nieuwsuur (19/1) is het voor de NVVE mogelijk in Nederland een Levenseindekliniek op te zetten. Dat is weinig shockerend. Zolang je binnen de grenzen van de wet blijft, en dat is nadrukkelijk de bedoeling, bestaan er in dat opzicht geen obstakels.

Wél shockerend vind ik het gebruik dat in de argumentatie voor zo’n kliniek gemaakt wordt van andermans ellende. Ik wil daar krachtig tegen protesteren. In de uitzending van Nieuwsuur kwam moeder Jeanette Croonen met het trieste verhaal van het zelfgekozen levenseinde, in eenzaamheid, van haar psychiatrische dochter Monique, die met een plastic zak over het hoofd stierf. Dat gebeurde in 2008. Moeder Jeannette had heel graag haar dochter deze eenzaamheid en de plastic zak om haar hoofd bespaard. Ook in 2008 publiceerde ik enkele verhalen uit de praktijk (
Zelf over het levenseinde beschikken. De praktijk bekeken, uitg. Damon). Daarin wordt onder meer het levenseinde beschreven van de psychiatrische patiënten Wanda (45) en Hans (50, geen pseudoniem). Zij beëindigden hun leven in aanwezigheid van en gesteund door hun directe naasten (ouders, broer, partner, zus). Ik vind het buitengewoon verdrietig voor Jeannette Croonen dat zij onvoldoende geïnformeerd is geweest over wat er voor haar en haar dochter bij deze zware keuze mogelijk was geweest. Dat had anders gekund en in mijn ogen anders gemoeten, en daar is helemaal geen kliniek voor nodig. Dat dit verdriet geëxploiteerd wordt voor het opzetten van een kliniek, stuit mij tegen de borst.
Overigens zou het goed zijn wanneer de NVVE in dit drama aanleiding zag om – eindelijk – de verwijzing naar zo’n plastic zak als een humane stervensmethode van haar website te verwijderen.

De NVVE-directeur betoogde in Nieuwsuur op emotionele wijze. Over het ‘vreselijk moeten lijden’ en ‘anderhalf jaar smeken’ en ‘in brand steken’ door patiënten. Cijfermatig zou de kliniek wel een ‘omzet’ van meer dan duizend patiënten per jaar kunnen draaien. Als daar een zelfstandig opererende vleugel van Uit Vrije Wil bijkomt, kan dat getal nog omhoog. Maar sinds wanneer is het omhoog brengen van dat cijfer eigenlijk een verdienste? Het ons bekende sterftecijfer van door de consulenten van Stichting de Einder begeleide cliënten bedroeg over 2009 34 en over de jaren daarvoor 24, 29, 19, 49. Moet dat omhoog?? Daar beschikken deze cliënten toch echt zelf over.

De Levenseindekliniek zal geheel binnen de grenzen van de (euthanasie)wet opereren. Dat betekent ook dat het de artsen en nog op te leiden deskundigen zijn die beschikken over het wel of niet plaatsvinden van de levensbeëindiging. Niet de patiënt (die daar uiteraard wel om mag vragen). Ik hoop dat de NVVE dit op enig moment ook duidelijk aan haar leden uitlegt, want die verkeren nu nog grotendeels in de overtuiging dat er hier voor hun zelfbeschikking wordt gestreden.

Dat de bewuste kliniek er kan komen lijkt me duidelijk. In de statistieken zal het euthanasiecijfer omhoog gaan. Maar wat dit voor individuele gevallen betekent, is nog onduidelijk. Het bestaan van zo’n kliniek geeft een arts die nu wellicht wel op het verzoek van zijn patiënt zou willen ingaan, maar het er niet makkelijk mee heeft, een eenvoudig excuus om sneller te weigeren: “ga maar naar de levenseindekliniek, daar doen ze het zó”. Maar wie wil er eigenlijk liever in een kliniek dan in zijn of haar eigen bed sterven?

Misschien toch nog eens goed over nadenken en dan meer met de zelfbeschikking van de individuele burger voor ogen!

(20-01-2011) Deze bijdrage verscheen in NRC Handelsblad .