NON-DIRECTIEVE COUNSELING

De werkzaamheden van de counselor zijn een vorm van non-directieve counseling. Daarover mag geen enkel misverstand bestaan. De counseling is gericht op het creëren van zo groot mogelijke helderheid bij de cliënt waar deze zijn of haar afwegingen moet maken in het kader van een wezenlijk besluit. Naar welke kant dat besluit uiteindelijk zal uitvallen, is geheel aan de cliënt zelf. Voorts is de counseling gericht op het realiseren van zo groot mogelijke zorgvuldigheid, voor die situaties waarin het besluit van de cliënt uitvalt in de richting van een feitelijke uitvoering van zijn of haar voornemen.

Dit non-directieve karakter van de counseling is van heel bijzondere betekenis waar het gaat om de keuzes rondom het eigen levenseinde.

Deze counseling vertoont verwantschap met de
client-centered therapy van Carl Rogers. De overeenkomst bestaat in de cliëntgerichtheid en het non-directieve karakter, het verschil zit hier in de therapeutische gerichtheid. De counselor is géén therapeut. Daarnaast is er verwantschap met de rationeel-emotieve therapie van Albert Ellis. Hier bestaat de overeenkomst in de rationele benadering en beschouwing, ook van de betrokken gevoelens en emoties, bij het streven naar helderheid en zorgvuldigheid inzake de zelfdoding en het al dan niet plaatsvinden daarvan. Het verschil zit opnieuw in de therapeutische gerichtheid en, in dit geval, ook in het non-directieve karakter.

Sleutelwoorden waar het gaat om de keuzes rond het eigen levenseinde zijn dus ‘helderheid’ en ‘zorgvuldigheid’. Je kunt dan uiteraard stellen dat de counseling doelgericht is, want het gaat om het bereiken of realiseren van helderheid en zorgvuldigheid bij de cliënt. Maar de counseling is nadrukkelijk non-directief omdat de cliënt niet in een bepaalde richting gestuurd wordt.

Anders gezegd: doel is niet een bepaalde keuze, maar een bepaalde
kwaliteit van de keuze en, als het zo ver komt, van de uitvoering.